Tekstgrootte
Onderwijsconcept De Uitdaging
Efficiënt kwalitatief hoogwaardig ingericht onderwijs. Leerlingen verschillen naar aard, niveau en tempo van hun ontwikkeling. Bij de inrichting van het onderwijs wordt rekening gehouden met de verschillen in niveau en de wijze waarop leerlingen leren. De leerling wordt gezien als individu in een sociale context dat wil ontwikkelen wat het potentieel in zich heeft. Hiermee wordt passend onderwijs gerealiseerd zoals beschreven in het strategisch beleidsplan van Conexus.
We gaan uit van brede ontwikkeling, waarbij het welbevinden en betrokkenheid eerste uitgangspunten zijn. De brede ontwikkeling van leerlingen staat centraal. Stevens zegt hierover: "Het is wonderlijk dat kinderen voor hun eigen ontwikkeling een onvoldoende kunnen krijgen".
Deze uitspraak wordt op de school onderbouwd. Ontwikkeling in zijn totaliteit staat centraal en leerlingen zijn eigenaar van hun eigen leerproces.
Onderwijs in een betekenisvolle context. De school ordent de leerstof in thema's die betekenisvol zijn. Daarmee garanderen we datelke leerling aan alle kerndoelen werkten dat er voor elke leerling voldoende keuze- en planningsvrijheid is. Het onderwijs is, naast (naar binnen gericht) aandacht voor rekenen/wiskunde en taal/lezen, (naar buiten gericht) georganiseerd rondom thema's. De methoden die gebruikt worden zijn gerelateerd aan de basisdomeinen en de Kerndoelen Basisonderwijs. Door met thema's te werken wordt onderwijs betekenisvol en krijgt het een context. Het wordt vanuit diverse invalshoeken benaderd. Een thema staat gedurende een aantal weken centraal. Conflicthantering is hier ook een onderdeel van. Kinderen lossen zelf de onderlinge geschillen via peer mediation op.
Een van de belangrijkste doelen is het ontwikkelen van een kritisch beoordelingsvermogen. De ontwikkeling van deze kritische vaardigheden vraagt van leerkrachten dat ze hun leerlingen het vermogen bijbrengen zaken ook vanuit andere standpunten te bekijken. Het gaat er hierbij ook om dat leerkrachten leerlingen inzicht geven in menselijke zwakheden en hen leren om onrechtvaardigheid te onderscheiden en samen te werken. Bij dit alles is kennis van zaken bij leerkrachten van het grootste belang, omdat een kritiche houding niet zonder de juiste kennis kan. Uitgangspunt hierbij zijnde 21ste eeuwse vaardigheden (21rst century skills).
Een combinatie van vaste instructiemomenten en dag- en weektaken, wordt bepaald vanuit de leerkracht en de ontwikkelingsbehoeften van leerlingen. Daarnaast is er ruimte voor leervragen en talenten van de leerlingen. Er is aandacht voor metacognitieve vaardigheden als plannen, prioriteren, samenwerken, het doen van onderzoek, feedback geven, reflecteren, vastleggen en presenteren. Deze leeractiviteiten zijn belangrijk en worden in het hele proces getrokken.
Van de leerkrachten vraagt het een andere aanpak dan het traditioneel onderwijs. Er is met zowel teamleden, leerlingen als met ouders een intensieve relatie. Het ontwikkelingen en professionalisering van teamleden heeft de aandacht. De leerkracht doet ertoe (Marzano, 2013) en wordt als belangrijk gezien. "When Teachers grow so do learners". De zone van naaste ontwikkeling (Vygotski) is uitgangspunt. Observaties, kindgesprekken, toetsen informatie van ouders en externen worden gebruikt om informatie te verzamelen over de ontwikkeling van het kind om het onderwijs daarop af te stemmen.
Ondersteunende digitale systematiek.
Vanaf de opstart van de school is, ter fundering en evaluatie van de ontwikkelings- en leerprocessen van ieder kind, een inhoudelijk integrerende (digitale) systematiek beschikbaar welke op een systematische wijze ondersteunend is aan diagnostiek van het leer- en ontwikkelproces, instructie en interventie, registratie, evaluatie en volgende keuze van instructie en interventie. Dit op verschillende niveau's individueel, groepje, groep, school of bestuur. Leerlingen hebben een digitaal portfolio waarin de ontwikkelingen worden bijgehouden. Ouders en leerlingen hebben de mogelijkheid om vanuit huis hierin te werken en te bekijken. De portfolio's worden gebruikt om met ouders in gesprek te gaan en om leerlingen eigenaar te maken van hun ontwikkeling.
De Uitdaging maakt deel uit van een Kind Centrum.Dit vraagt maatwerk ten aanzien van de doorgaande ontwikkeling van kinderen. Dit wordt gerealiseerd door het bieden van voorschoolse- en buitenschoolse opvang en onderwijs en dit samen te voegen door ontschotting van middelen. Vanuit de gedachte dat er meer tijd ontstaat om de brede ontwikkeling te stimuleren. De school zou het potentieeel maximaal moeten benutten om alle 52 kerndoelen te behalen. We werken met een contiune rooster van 8.30 -14.15, in het vijfgelijke-dagenmodel.
Het gebouw is een afspiegeling van de visie van de school. In de nieuwbouw worden alle ruimtes optimaal benut. Onze school bestaat uit vier leerpleinen. De leerpleinen bestaan uit:
Unit 1: groepen 1 t/m 4
Unit 2: groepen 5 t/m 8
Er zijn ruimtes waar leerlingen worden uitgedaagd om te leren, om te ontspannen en om te ontmoeten. De materialen zijn zo gemaakt dat de leerkrachten altijd oogcontact kunnen maken met leerlingen, ze kijken als ware over de materialen heen. Mobiele apparaten zorgen ervoor dat de leeromgeving verandert kan worden. De buitenwereld hoort ook bij de leeromgeving van de school (naar buiten gericht). Er is ruime aandacht voor excursies en contacten met de mensen in de omgeving. Ouders worden betrokken bij het vormgeven van deze contacten.
Er bestaat veel aandacht om een zo gevarieerd mogelijk pakket aan leeractiviteiten aan te bieden. De school wilt betekenisvol en actueel zijn. Vakken worden geclusterd en er wordt gewerkt met thema's. Door het clusteren van vakken worden de 21e eeuwse vaardigheden aangesproken. De thema's bieden structuur en regelmaat waardoor de overzichtelijke dekking van kerndoelen kan worden gerealiseerd.
Effectieve en participatieve aanpak passend bij de leerling in samenwerking met ouders en partners. Ouders en de school spelen beide een essentiële rol bij de ontwikkeling van de leerlingen. Op onze school gaan wij uit van het standpunt dat ouders en school in samenwerking en samenspraak, vanuit ieders taak en verantwoordelijkheid, belangrijke aandeelhouders zijn in het ontwikkelproces. Dat is het vertrekpunt van denken en handelen. In de benadering van ouders dient het kader zoals opgesteld door Cees de Wit (KPC), waarin de relatie tussen ouders en school is beschreven, als algemeen referentiekader. Op de school wordt de organisatie op een andere manier vormgegeven. De leerkracht wordt als coach/begeleider gezien en is per leerplein samen met zijn collega's verantwoordelijk. De leerkracht volgt zijn leerlingen en geeft onderwijs op maat. Leraren zoeken elkaar op doordat er in teams gewerkt wordt op een leerplein. Leerkrachten worden uitgedaagd om te reflecteren op zichzelf en op elkaar waardoor er een continue ontwikkeling gaande is. De school is een lerende organisatie.